Hebriden
- Details
- Hits: 3734
Als je niet zo graag tekst leest kan je ook de foto's op Google Photos bekijken.
Ze zijn groter, er zijn er meer, en er staat ook wat uitleg bij.
Je kan het traject en de POIs in detail bekijken op Google Maps.
Wie de track (gpx of gdb) wil, kan die op eenvoudige vraag ontvangen via het contactformulier.
Van deze fietstocht is een artikel verschenen in Op Weg, het magazine van Grote Routepaden, dat je alles vertelt over meerdaagse wandel- en fietstochten.
Je kan dit artikel lezen in pdf.
Als je éénmaal in Schotland was, meer bepaald de westkust ervan, dan laat het je niet meer los. Adembenemende woeste natuur, mysterieuze lochs, weidse panorama's. Steeds op zoek naar onbezoedelde, pure natuurgebieden was mijn oog al enkele jaren geleden op die eilanden ten noordwesten van Schotland gevallen.
Ik was zelfs al eens begonnen om een tocht uit te tekenen, maar gaf het toen op omdat het te moeilijk bleek om de puzzel te maken van ferry-overtochten, fietstrajecten, treintrajecten, en B & B's. In de winter van 2012 naar 2013 begon ik er opnieuw aan en kwam uiteindelijk toch aan een tocht in een combinatie van ferry- en fietstrajecten. Al bij al viel het vinden van B&B's in soms dunbevolkt gebied nog mee. De ferry overtochten vormden een risico: bij stormweer of extra laagtij varen ze niet. En sommige varen slechts enkele keren per dag of zelfs per week. Eentje ervan missen zou het plan van de tocht als een rij dominostenen in elkaar doen stuiken. Maar alles is vlekkeloos verlopen. Ik was telkens op tijd aan de pier van een ferry, en ze vaarden allemaal netjes op tijd.
Dag 1 : Ferry overtocht van Oban naar Lochboisdale (South Uist)
![]() |
De ferry vertrekt om 15.00u, maar om 12.00u ben ik al in Oban. Dat geeft me ruim de tijd om in de ferry terminal een Hopscotch ticket te kopen, in de stad nog iets te gaan eten, en in de Oban distillery een fles single malt te kopen voor het thuisfront. Alhoewel ik vandaag eigenlijk nauwelijks zal fietsen moet ik toch van hier vertrekken met een volledig bepakte fiets, en de auto achterlaten op een parking. Het is vrij koud op zee, maar toch blijf ik buiten op het bovendek, want het uitzicht is prachtig: eerst varen we door de Sound of Mull, de smalle zeestraat tussen Morvern en Mull. |
We passeren Lismore Lighthouse (foto). Na de Sound of Mull krijgen we zicht op de eilanden Rum, Eigg en Skye. Door het steeds wisselende schouwspel is de overtocht van ca 5 uur in een wip voorbij. Omdat de boot pas om 20:50u aankomt in Lochboisdale eet ik alvast aan boord van de ferry. Fish & Chips lijkt uit de beperkte menu kaart nog het meest aangewezen te zijn. |
![]() |
Dag 2 : Lochboisdale (South Uist) - Leverburgh (Harris) (93 km)
![]() |
Links ligt het machair, een drassige grasvlakte met veel waterplassen, rechts liggen donkere desolate bergen. |
De eerste stop is de geboorteplaats van Flora McDonald. Dat is een heel belangrijke dame in de geschiedenis van de Schotse clans. Op de ruines van de plaats waar ze zou geboren zijn, staat nu een cairn met een gedenksteen. |
![]() |
![]() |
Enkele kilometer verder sla ik een zijweg in om een kijkje te nemen naar Loch Druidibeg, dat in zijn geheel in een natuurreservaat ligt. Dit brengt me bij mooie vergezichten op de bergen en de natte moorlands. Daar zwerft ook een groep wilde Eriskay pony's rond. Dit is een zeldzaam ponyras dat bijna verdwenen was, ware het niet dat een aantal enthousiastelingen zich voor het behoud ervan inzetten. |
Via een soort dijk kom ik op het volgende eiland terecht: Benbecula. Een bord waarschuwt voor overstekende otters, maar jammer genoeg heb ik er geen gezien. Af en toe krijg ik ook zicht op het bloeiende machair. Rond deze tijd zijn dat vooral Moeraspluis en Engels gras. Hier en daar staan er ook wilde orchideeën (vooral Gevlekte orchis), maar het zijn kleine exemplaren. Het steeds wisselende spel van water, moor- en bogland, vennen en lochs met kristalhelder water, met heide begroeide bergen zorgen voor een steeds veranderend schouwspel van het overigens desolate landschap. |
![]() |
![]() |
|
Volgende stop is Pobull Fhinn: een prehistorische steencirkel van in totaal 48 stenen. De cirkel is niet meer volledig en vele van de stenen zijn omver gezakt in de zachte turfgrond, maar de setting in het landschap is prachtig. In de achtergrond naar het oosten ligt Loch Langass, met de donkere massa van Beinn Langass in de verte. De naam betekent zoiets als 'Finn's People', refererend naar een mythische Keltische held Fionn mac Cumhaill. | ![]() |
![]() |
Op minder dan 1 km van Pobull Fhinn, en goed zichtbaar vanaf de weg, ligt Barpa Langais. Dit is een gekamerde graftombe (chambered cairn) uit het Neolithicum (tussen 4000 v. Chr en 2350 v. Chr.) waarop een grote berg stenen ligt. De ingang van de graftombe is tegenwoordig afgeschermd, waardoor de toegang tot het inwendige van de graftombe niet meer mogelijk is. Met het licht van een zaklamp kan je wel nog naar binnen kijken. Barpa Langais is samengesteld uit het Schots-Gaelische woord barpa dat 'berg van stenen' betekent en Langais naar de plaats met dezelfde naam waar de tombe ligt. |
Langs de kant van de weg liggen in een grasveld een aantal rijen vreemd ogende hoopjes. Het blijken turfplaggen te zijn, die hier in de wind liggen te drogen. Ze zijn al heel hard geworden. Even verder ligt de richel waar ze afgestoken zijn. In één van de B&B's krijg ik te horen dat turf hier nog steeds gebruikt wordt als brandstof voor de kachel. |
![]() |
![]() |
Met het mooie weer ben ik eigenlijk goed opgeschoten, en ik ben dan ook netjes op tijd voor de ferry naar Leverburgh, door de Sound of Harris. Deze boottocht is kort, maar opnieuw is het leuk om te zien hoe de boot tussen de grote en kleine eilanden rondom laveert. |
Dag 3 : Leverburgh - Calanais (98 km)
![]() |
De volgende morgen is het zwaarbewolkt en af en toe vallen er wat regendruppels. Voorlopig blijft echte regen nog uit, maar ik hou mijn regenkledij toch bij de hand. |
Vandaar fiets ik over The Golden Road noordwaarts langs de oostkust van Harris. Deze weg kreeg zijn naam vanwege het vele geld dat eraan gespendeerd werd. Voor wie er ooit de kans toe krijgt: dit is een enig mooie fietweg. Een smalle maar goede asfaltweg slingert op en neer door een landschap dat achter elke bocht weer een nieuw plaatje maakt in een samenstelling van water, rotsen, heide, zee, en donkergroene berghellingen. De zwaarbewolkte lucht geeft het woeste, desolate landschap een extra toets. |
![]() |
![]() |
Het is genieten van elke meter door dit spectaculaire landschap. De zee is altijd vlakbij. Zoals steeds is het weer onmogelijk om deze pracht in foto’s te vangen, ondanks de vele pogingen. Als Tarbert in zicht komt vertrekt daar net de ferry naar Uig. Maar dat is nog niet voor vandaag. Overmorgen pas zal ik deze ferry naar Skye nemen.
|
Net buiten Tarbert ga ik in een kleine kruidenierswinkel wat eten kopen voor de lunch. Als ik binnenkom kijkt de mevrouw naar mijn fietskledij en vraagt: “Are you going over or coming down?”. Na even fronsen begrijp ik plots wat haar vraag betekent: er staat mij blijkbaar iets te wachten … En dat blijkt ook zo te zijn: de weg begint te stijgen en enkele kilometers lang moet ik zwaar klimmen om een pas te bereiken. Na een korte afdaling komt er nog een volgende pas. Harris is duidelijk veel bergachtiger dan de andere eilanden. Aan de andere kant van deze bergen ligt Lewis. Maar dan begint de lucht er echt wel dreigend uit te zien, en na enige tijd vallen de eerste regendruppels. |
![]() |
![]() |
Cnoc Filibhir Bheag, ook bekend als Callanish III. Hier moet ik foto's trekken vanonder een paraplu want het regent. |
Als ik bij de Callanish Stones kom, houdt het wonderwel even op met regenen. Deze verzameling megalieten werd opgericht in de vroege bronstijd tussen 2900 v.Chr. en 2600 v.Chr. Het is de grootste en meest complexe van verschillende steencirkels rondom Calanais. Volgens mij moet deze megalietenstructuur weinig onderdoen voor Stonehenge in het zuiden van Engeland. De Bed & Breakfast voor deze dag ligt op nauwelijks 800 m van de Callanish Stones, en in het bezoekerscentrum kan ik gelukkig 's avonds nog een eenvoudige warme maaltijd krijgen (Fish & Chips, of wat dacht je), want in de wijde omtrek is geen pub te vinden. |
![]() |
Dag 4 : Calanais - Tarbert (103 km)
![]() |
Nog voor ik uit bed kom hoor ik ’s morgens de wind buiten tekeer gaan. Bij die wind hoort ook een zwaarbewolkte lucht en regen. De uitbater van de B&B heeft verse scones gebakken. Ze smaken voortreffelijk bij het ontbijt, en ik krijg er zelfs nog enkele mee voor onderweg. |
Niet ver van de Carloway Dun liggen de Gearrannan Black Houses. Dit dorp bestaat uit gerestaureerde 'black houses', de oorspronkelijke woningen van deze eilanden. Nu zijn het self-catering vakantiehuisjes. |
![]() |
![]() |
In Carloway draai ik naar het zuidoosten de The Phentland Road op. Dat is een single track weggetje van zowat 20 km lang door de peat- en boglands van noordelijk Lewis. Het werd aangelegd op de bedding van een geplande spoorweg die er uiteindelijk nooit gekomen is. Nergens is een huis, boom, of afsluiting te zien. Rondom rond is er alleen maar uitgestrekte heide, de grote leegte .... Op vele plaatsen zijn wel de sporen van turfwinning te zien. Het is een unieke ervaring om door zo’n landschap te kunnen fietsen. |
In Stornoway valt niet veel te beleven. Bovendien is het zondag: alle winkels zijn gesloten, en door het barre weer komen maar weinig mensen buiten. Terwij ik aan de vissershaven wat sta te suffen passeert plots vlak voor mij een zeehond in het water. |
![]() |
Dag 5 : | ferry Tarbert - Uig | Uig - Broadford (90 km)
![]() |
Om 6 uur ben ik al uit de veren, want de ferry naar Skye vertrekt om 7.30u. Voor ontbijt is er geen tijd, maar ik krijg een lunchpakket mee in de plaats. Ontbijten op de boot is geen probleem: die is van alles voorzien. De overtocht gaat snel, en in Uig rijd ik Skye op. De rit begint met een fikse klim, want ik wil dwars door Trotternish, het noordelijk deel van Skye fietsen om bij de Quiraing te komen. Dat is een gebied met heel eigenaardige rotsformatie door enorme aardverschuivingen. Alle landschapsfotografen willen ooit wel eens hier komen fotograferen, dit is een uitzonderlijk mooi landschap. |
Boven op de Quiraing stop ik op de kleine parking waar vele wandelingen in dit gebied starten. Van hieruit heb je een schitterend uitzicht. Maar het is nog een lange rit vandaag en er is nog veel moois te zien. De afdaling richting Staffin gaat heel vlug. |
![]() |
![]() |
Kort na Staffin kom ik aan één van de toeristische trekpleisters van Skye: Kilt Rock. Daar heb je een mooi uitzicht op een waterval die van op de rand van het plateau naar beneden klatert op de rotsblokken in het kristalheldere zeewater aan de voet van de klippen. Slechts een klein deel van de bezoekers doen de moeite om naar de andere kant van de parking te stappen om ook dààr van het panorama te genieten. En eerlijk gezegd: ik vind die kant (foto) zelfs mooier dan 'de kant van de waterval'. |
Langs de weg van Staffin naar Portree ligt The Storr, een opmerkelijke rotsformatie, die net als de Quiraing het doel is van heel wat populaire wandelroutes. En de meest opvallende rots is van heel ver erg makkelijk te herkennen: The Old Man of Storr. Dit is een enorme kegelvormige rots die zich scherp aftekent tegen de horizon. Wie de moeite doet om de stevige klim tot op de Storr te wandelen (wellicht de meest populaire wandeling op Skye), wordt beloond met schitterend natuurschoon, en zeer weidse panorama's. |
![]() |
![]() |
In Portree is het rond deze tijd van het jaar al redelijk druk: er lopen veel toeristen rond, en vrijwel alle bordjes van de talrijke B&B's tonen ‘NO vacancies’. Maar behalve om de obligate foto van de rij gekleurde huizen aan de haven te maken stop ik er niet. We waren hier enkele jaren geleden al eens enkele dagen op vakantie, en ik heb het hier dus eigenlijk al een beetje 'gezien'. Vanaf de oude Sligachan Bridge heb je een prachtig uitzicht op de Cuillin, een gebergte in het zuiden van Skye. Ook dat is een erg mooi wandelgebied. |
De weg van Portree naar het zuiden van Skye is een nogal druk bereden autoweg. Ik ben dan ook blij om die kort na Sligachan Bridge te kunnen verlaten om het weggetje langs de oevers van Loch Sligachan en Loch Ainort op te fietsen. Hier ben ik helemaal alleen, en de uitzichten op de lochs en het omliggende landschap zijn grandioos. |
![]() |
Dag 6 : Broadford - Armadale (27 km) | ferry | Mallaig - Acharacle (61 km)
![]() |
De weg van Broadford naar Armadale loopt door uitgestrekte boglands, en dat zijn mooie landschappen. Maar de weg zelf is een brede autoweg zonder fietspad, wat minder leuk is natuurlijk. Ik ben netjes op tijd voor de ferry naar Mallaig (foto). Ook vanaf daar moet ik eerst op een brede autoweg fietsen. Maar tot mijn verbazing heeft men hier een stuk fietspad aangelegd. Dat is voor fietsers zeker welkom, want dit is de enige weg van en naar de ferry. |
Gelukkig is er ook de ‘scenic coastal way’ die ik kan volgen. Dat is een wegje met vele hellingen en kronkels langs de kust van Morar, maar je hebt er ook heel mooie uitzichten op de eilanden Rumm en Eigg (foto). Toch moet ik weer op de grote weg komen, dit keer zonder fietspad. Langs Loch Nan Uamh stop ik even bij de ‘Prince’s Cairn’. Dit is de plaats waar Bonnie Prince Charles op een schip richting Frankrijk stapte en voorgoed verdween uit Schotland na de nederlaag van het Jacobietenleger in Culloden. |
![]() |
![]() |
Eindelijk kom ik bij Loch Ailort waar ik kan afslaan naar een smallere en rustiger weg langs dit Loch. Om van Loch Ailort naar Loch Moidart te komen (foto) moet ik door Glen Uig. In Kinlochmoidart ga ik op zoek naar de ‘The Seven Men of Moidart'. Dat staat op de kaart vermeld als een historische bezienswaardigheid, maar ik weet niet precies hoe die 'zeven mannen' er uitzien. |
Dag 7 : Acharacle - Lochaline (52 km) | ferry | Fishnish - Tobermory (30 km)
![]() |
Bij het ontbijt in de B&B Ardshealach Lodge, een mooi landshuis, blijk ik de enige gast te zijn. Ik krijg een tafel met uitzicht door het raam op het enorme landgoed dat tot aan de oever van een loch loopt, en de bergen daarachter. Wat een plaats om te ontbijten. Na een korte aanloop bereik ik Loch Sunart. Dat langgerekte meer volg ik langs de oever oostwaarts helemaal tot het uiteinde ervan, om van daar langs de zuidelijke oever weer westwaarts te fietsen. . |
Maar dat duurt niet zo lang want al gauw draait de weg van het meer weg, en het is meteen duidelijk dat dit een lange klim zal worden. Gelukkig is die niet al te steil, zodat ik rustig mijn tempo kan bepalen, en zelfs nog kan rondkijken naar het landschap. Hoe hoger ik kom, hoe meer overzicht ik krijg op de omliggende heuvels. Als ik daar enkele foto’s wil van nemen zie ik in het gras naast mijn voeten plots een slang van zowat een duim dik. Die ligt daar mooi opgerold, maar de ogen zijn wijd open en de tong glipt vlug in en uit. Heel voorzichtig zet ik toch maar een stap opzij, want ik heb er geen idee van of dat beest gevaarlijk is of niet. |
![]() |
![]() |
Het volgende stuk van de rit loopt door een uitgestrekte vallei: Glen Geall (foto). Ruim op tijd kom ik aan de pier van Lochaline. Er is nog tijd om op een bankje even te zitten soezen in het zonnetje dat voorzichtig van tussen de wolken komt piepen. Er staat ook een bord met uitleg over de historische achtergrond van deze natuurlijke haven. In de 14de eeuw had de toen machtige MacDonald clan hier wel 800 birlinns liggen, kleinere versies van de vroegere Viking snekken. Daarmee beheersten ze de zeeën rond en tussen deze eilanden, waardoor de MacDonald clanchief zich terecht ‘Lord of the Isles’ mocht noemen.
|
De ferrytocht over de Sound of Mull is maar van korte duur want dat is een nauwe zeestraat. Alhoewel de weg van Fishnish naar Tobermory vrij druk bereden is, is het slechts een single track asfaltweg met passeerplaatsen op regelmatige afstanden. Dat is voor fietsers eigenlijk niet zo leuk, want ik moet regelmatig voet aan de grond zetten als automobilisten niet bereid zijn om even te wachten en mij dwingen om aan de kant te gaan. Af en toe is er wel een chauffeur die de auto zelf aan de kant zet en geduldig wacht tot ik gepasseerd ben. Een vriendelijke groet is dan wel op zijn plaats. |
![]() |
![]() |
Tobermory is een erg pittoresk havenstadje, met fel gekleurde huizen langs de kaai. Het gelijkt goed op Portree, het haventje op Skye. Ik ben nog net op tijd om in het Visitor Center van de Tobermory distillery een fles single malt wiskey te kopen. Die kan er voor één dagje nog wel bij in de fietstassen. |
Dag 9 : Tobermory - Craignure (98 km) | ferry |
![]() |
Bij het opstaan zie ik de regen op het dakraam spatten. Uiteindelijk blijkt het een drizzle te zijn, met slechts weinig wind. De wolken hangen erg laag, en de fijne regen maakt het zo goed als onmogelijk om foto’s te trekken van de overigens zeer mooie landschappen aan beide zijden. Ik passeer verschillende lochs. Zoals voorspeld houdt het tegen de middag op met regenen en kan het regenjasje uit. De weg loopt nu langs de westkust van Mull en geeft uitzicht op zowel de bergen in het binnenland als de mooie kust en de zee. Op sommige plaatsen loopt de smalle weg gekneld tussen de rotsen en de zee (foto).
|
Een uur later trek ik het fluogele regenjasje weer aan en steek bovendien mijn lichten aan, omdat het weggetje nu in een potdichte mist de bergen in kronkelt. Ik zie helemaal niet waar de weg naar toe loopt, en kan niet oordelen of een klim of afdaling steil of lang zal zijn. Vanuit de mist verschijnen plots twee zwarte gedaanten: twee trekkingfietsers helemaal in zwarte regenkledij en zonder licht. Daarmee besef ik hoe slecht zichtbaar ze op die manier zijn. Na een half uur begint de mist op te trekken en blijft uiteindelijk aan de toppen van de heuvels hangen. Dat laat toch al een mooi zicht toe op de talrijke lochs die ik passeer (foto : Loch Scridain). |
![]() |
![]() |
Aan de oostkant van Mull zie ik heel in de verte Duart Castle staan op een landtong. Ik ben heel goed opgeschoten, er is dus nog tijd om een ommetje te maken om het kasteel van dichtbij te gaan bekijken. Netjes op tijd kom ik aan de ferry-pier in Craignure. Er is nog tijd voor thee & scones. Die doen deugd na de wat kouwelijke rit. Samen met mij duwt een trekkingfietser uit Glasgow zijn fiets op de boot. We hebben nog een gezellige babbel over de eilanden. Castle Duarte laat zich nog eens goed bewonderen vanop de boot (foto). Als ik in Oban mijn fiets de pier oprijd waar ik acht dagen geleden deze trip begonnen ben, besef ik dat de cirkel rond is. Het is mooi geweest, heel erg mooi. En ik heb zin om terug te komen.
|
Praktisch
Het traject dat ik gereden heb is geen bewegwijzerde fietsroute. Die zijn er trouwens niet op de Buiten Hebriden.
Als je graag het GPS bestand (gpx of gdb) van deze tocht ontvangt kan dat via het contactformulier.
Ik heb ervoor gekozen om B&B's te reserveren. Dat maakte het moeilijker om te organiseren dan wie in een tentje overnacht. Er was ook een risico aan verbonden: als één van de ferrys om wat voor reden dan ook (vb. storm, laag tij) niet uitvaarde, of ik zelf te laat kwam voor een overvaart, dan viel de rest van het plan daarmee in duigen. Maar alles is goed verlopen: ik kwam overal netjes op tijd, en alle overvaarten gingen door zoals op het uurschema voorzien. Het voordeel van B&B's is dat je in dit grillige weer, met vaak regen, elke avond verzekerd bent van een warme douche, een droog bed, en een stevig ontbijt bij het opstaan. En natgeregende kledij is de volgende morgen ook weer droog.
Wie op de fiets reist hoeft geen enkele ferry van vooraf te reserveren. Je vindt de uurschema's en prijzen op de website van Caledonian MacBrayne. Voor mij was Hopschotch 12 (28 £), aangevuld met aparte tickets voor Lochaline-Fishnish (3,20 £) en Craignure-Oban (5,40 £) de goedkooptste oplossing. Het Hopscotch ticket kocht ik in Oban, vlak voor de afvaart, en de andere twee tickets kocht ik in de ferry terminal in Armadale. Ik had ze ook ter plaatse kunnen kopen.
Je kan ook een Island Rover ticket kopen. Of dat goedkoper is hangt af van hoe lang je op de eilanden blijft, en welke en hoeveel overvaarten je zal nemen.
Ondanks het mindere weer was dit toch een heel mooie tocht die mijn verwachtingen moeiteloos heeft ingelost.